Summary
Dutch to Swedish:   more detail...
  1. bijeenkomst:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bijeenkomst from Dutch to Swedish

bijeenkomst:

bijeenkomst [de ~ (v)] nomen

  1. de bijeenkomst (samenkomst; vergadering; manifestatie; zitting)
    möte; träff; samling; konferens; kongress; symposium
  2. de bijeenkomst (congres)
    konferens; kongress

Translation Matrix for bijeenkomst:

NounRelated TranslationsOther Translations
konferens bijeenkomst; congres; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting beraadslaging; conferentie; overleg; samenkomst; vergadering
kongress bijeenkomst; congres; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting
möte bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting Webvergadering; beraadslaging; conferentie; ontmoeting; oploopje; overleg; samenkomst; toeloop; treffen; vergadering
samling bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting aggregaat; collecte; combinatie; cumulatie; inwinnen; inzameling; schifting; selectie; verzameling
symposium bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting symposium
träff bijeenkomst; manifestatie; samenkomst; vergadering; zitting afgesproken ontmoeting; afspraak; bijeenroeping; hit; liaison; raakschot; schot in de roos; treffer
- vergadering

Related Words for "bijeenkomst":


Synonyms for "bijeenkomst":


Related Definitions for "bijeenkomst":

  1. het bij elkaar komen om ergens over te praten1
    • we gingen naar een bijeenkomst voor werkende ouders1

Wiktionary Translations for bijeenkomst:


Cross Translation:
FromToVia
bijeenkomst möte meeting — gathering for a purpose
bijeenkomst församling; möte; sammankomst; sammanträde réunionaction de rapprocher, de réunir des parties qui avaient été diviser, désunir, isolées, ou résultat de cette action.