Dutch

Detailed Translations for bak from Dutch to Swedish

bak:

bak [de ~ (m)] nomen

  1. de bak (vat; barrel; ton; )
    hink; fat
    • hink [-en] nomen
    • fat [-ett] nomen
  2. de bak (etensbak)
    tråg; matskål
  3. de bak (container; reservoir)
    behållare; container
  4. de bak (grap; mop)
    skämt; skoj; vits
  5. de bak (strafgevangenis; gevangenis; doos; )
    fängelse
  6. de bak (kattenbak; poezenbak)
  7. de bak

Translation Matrix for bak:

NounRelated TranslationsOther Translations
behållare bak; container; reservoir container; containertoepassing; reservoir; tanken; vergaarbak
container bak; container; reservoir container
fat bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat bassin; bekken; theeschoteltje; waterbekken
fängelse bajes; bak; doos; gevangenis; lik; nor; petoet; spinhuis; strafgevangenis; strafinrichting; strafplaats
hink bak; barrel; emmer; fust; kuip; pot; teil; ton; vat schepemmers
kattlåda bak; kattenbak; poezenbak
kattoalett bak; kattenbak; poezenbak
matskål bak; etensbak etensbakje
skoj bak; grap; mop aardigheid; capriool; fouillering; gein; geintje; gekheid; gekke streek; grapje; grapjes; jolijt; keet; leut; lol; lolletje; lolletjes; plezier; pret; pretje; scherts; schertsen
skämt bak; grap; mop aardigheid; beurt; canard; farce; gein; geintje; gekheid; grap; grapje; grapjes; grappenmakerij; grol; kluchten; kwinkslag; lol; lolletje; lolletjes; moppen; plezier; pretje; rondje; scherts; schertsen; schertsvertoning; spelletje
tråg bak; etensbak etensbakje; teiltje
vits bak; grap; mop aardigheid; farce; gein; geintje; gekheid; grapje; leukheid; lolletje; pretje; scherts; schertsvertoning
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
binge bak

Related Words for "bak":


Wiktionary Translations for bak:


Cross Translation:
FromToVia
bak dator box — computing: computer (jump)
bak kåken joint — prison
bak behållare BehälterGegenstand mit einem hinreichenden Innenvolumen zum Aufbewahren oder Transportieren fester, flüssiger oder gasförmiger Stoffe
bak behållare BehältnisObjekt, in das man einen Inhalt tun kann
bak burk Kasten — (umgangssprachlich) Gerät in Form eines Kastens[1]; z. B. Fernseher oder Radio
bak kurra; finka; bur Kittchengaunersprachlich, salopp: Gebäude oder Anlage, in dem Personen, die vom Gericht zu einer unbedingten Haftstrafe verurteilt wurden, unter Verschluss gehalten werden
bak kopp Tasse — mit einem Henkel versehenes, kleines Trinkgefäß von mannigfaltiger Form
bak skål; stop; ; urna; kista; lår; färja bac — Traductions à trier suivant le sens
bak fars; narri; puts; skoj; skämt; upptåg; vits badinageaction ou propos léger, qui ne prête pas à conséquences.
bak skål; stop; ; urna; kar baquet — Petit cuvier de bois qui a les bords assez bas.
bak kar bassine — Sorte de bassin large et profond dont on se sert pour y faire chauffer, bouillir, fondre, etc., diverses substances.
bak kar cuve — Grand récipient de bois ou de maçonnerie dont on se sert ordinairement pour fouler la vendange ou pour y laisser fermenter le vin nouveau avec la grappe, pour faire de la bière et pour divers autres usages.
bak fängelse; cell prisonendroit closenfermer les personnes condamnés à une peine de privation de liberté ou les prévenus en attente de jugement.

bak form of bakken:

bakken verb (bak, bakt, bakte, bakten, gebakken)

  1. bakken
    grädda; ugnasbaka; ugnssteka
    • grädda verb (gräddar, gräddade, gräddat)
    • ugnasbaka verb (ugnasbakar, ugnasbakade, ugnasbakat)
    • ugnssteka verb (ugnssteker, ugnsstekte, ugnsstekt)

Conjugations for bakken:

o.t.t.
  1. bak
  2. bakt
  3. bakt
  4. bakken
  5. bakken
  6. bakken
o.v.t.
  1. bakte
  2. bakte
  3. bakte
  4. bakten
  5. bakten
  6. bakten
v.t.t.
  1. heb gebakken
  2. hebt gebakken
  3. heeft gebakken
  4. hebben gebakken
  5. hebben gebakken
  6. hebben gebakken
v.v.t.
  1. had gebakken
  2. had gebakken
  3. had gebakken
  4. hadden gebakken
  5. hadden gebakken
  6. hadden gebakken
o.t.t.t.
  1. zal bakken
  2. zult bakken
  3. zal bakken
  4. zullen bakken
  5. zullen bakken
  6. zullen bakken
o.v.t.t.
  1. zou bakken
  2. zou bakken
  3. zou bakken
  4. zouden bakken
  5. zouden bakken
  6. zouden bakken
diversen
  1. bak!
  2. bakt!
  3. gebakken
  4. bakkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

bakken [de ~] nomen, plural

  1. de bakken (gevangenissen; likken; norren)

Translation Matrix for bakken:

NounRelated TranslationsOther Translations
fängelser bakken; gevangenissen; likken; norren
grädda elite; keur
VerbRelated TranslationsOther Translations
grädda bakken
ugnasbaka bakken
ugnssteka bakken braden

Related Words for "bakken":


Wiktionary Translations for bakken:


Cross Translation:
FromToVia
bakken baka bake — to cook in an oven
bakken bakas bake — to become baked
bakken stekas; koka cook — colloquial: be uncomfortably hot
bakken bränna fire — to heat pottery, etc.
bakken steka fry — to cook (something) in hot fat
bakken grädda; baka backen — im Ofen erhitzen
bakken gräddas backen — im Ofen erhitzt werden
bakken fritera frire — Faire cuire