Summary
Dutch Synonyms:   more detail...
  1. voorbijstreven:


Dutch

Detailed Synonyms for voorbijstreven in Dutch

voorbijstreven:

voorbijstreven verb (streef voorbij, streeft voorbij, streefde voorbij, streefden voorbij, voorbij gestreefd)

  1. voorbijstreven
    overtreffen; voorbijstreven
    • overtreffen verb (overtref, overtreft, overtrof, overtroffen, overtroffen)
    • voorbijstreven verb (streef voorbij, streeft voorbij, streefde voorbij, streefden voorbij, voorbij gestreefd)

Conjugations for voorbijstreven:

o.t.t.
  1. streef voorbij
  2. streeft voorbij
  3. streeft voorbij
  4. streven voorbij
  5. streven voorbij
  6. streven voorbij
o.v.t.
  1. streefde voorbij
  2. streefde voorbij
  3. streefde voorbij
  4. streefden voorbij
  5. streefden voorbij
  6. streefden voorbij
v.t.t.
  1. heb voorbij gestreefd
  2. hebt voorbij gestreefd
  3. heeft voorbij gestreefd
  4. hebben voorbij gestreefd
  5. hebben voorbij gestreefd
  6. hebben voorbij gestreefd
v.v.t.
  1. had voorbij gestreefd
  2. had voorbij gestreefd
  3. had voorbij gestreefd
  4. hadden voorbij gestreefd
  5. hadden voorbij gestreefd
  6. hadden voorbij gestreefd
o.t.t.t.
  1. zal voorbijstreven
  2. zult voorbijstreven
  3. zal voorbijstreven
  4. zullen voorbijstreven
  5. zullen voorbijstreven
  6. zullen voorbijstreven
o.v.t.t.
  1. zou voorbijstreven
  2. zou voorbijstreven
  3. zou voorbijstreven
  4. zouden voorbijstreven
  5. zouden voorbijstreven
  6. zouden voorbijstreven
diversen
  1. streef voorbij!
  2. streeft voorbij!
  3. voorbij gestreefd
  4. voorbijstrevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

voorbijstreven [znw.] nomen

  1. voorbijstreven