Dutch
Detailed Synonyms for toebereiden in Dutch
toebereiden:
-
toebereiden
-
toebereiden
Conjugations for toebereiden:
o.t.t.
- bereid toe
- bereidt toe
- bereidt toe
- bereiden toe
- bereiden toe
- bereiden toe
o.v.t.
- bereidde toe
- bereidde toe
- bereidde toe
- bereidden toe
- bereidden toe
- bereidden toe
v.t.t.
- heb toebereid
- hebt toebereid
- heeft toebereid
- hebben toebereid
- hebben toebereid
- hebben toebereid
v.v.t.
- had toebereid
- had toebereid
- had toebereid
- hadden toebereid
- hadden toebereid
- hadden toebereid
o.t.t.t.
- zal toebereiden
- zult toebereiden
- zal toebereiden
- zullen toebereiden
- zullen toebereiden
- zullen toebereiden
o.v.t.t.
- zou toebereiden
- zou toebereiden
- zou toebereiden
- zouden toebereiden
- zouden toebereiden
- zouden toebereiden
en verder
- ben toebereid
- bent toebereid
- is toebereid
- zijn toebereid
- zijn toebereid
- zijn toebereid
diversen
- bereid toe!
- bereidt toe!
- toebereid
- toebereidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
toebereiden