Home
Dictionaries
Word Fun
About
Feedback
In Nederlands
Home
->
Dictionaries
->
Dutch/Dutch
->Translate surplus
Synonyms for "
surplus
" in Dutch
Search
Remove Ads
Summary
Dutch Synonyms:
more detail...
surplus:
surplus
;
teveel
;
overmaat
;
overdaad
;
overschot
;
agio
;
rest
;
exces
Dutch
Detailed Synonyms for
surplus
in Dutch
surplus:
surplus
[
het ~
]
nomen
het surplus
het
surplus
;
het
teveel
;
de
overmaat
;
de
overdaad
surplus
[
het ~
]
nomen
teveel
[
het ~
]
nomen
overmaat
[
de ~
]
nomen
overdaad
[
de ~
]
nomen
het surplus
het
surplus
;
het
teveel
;
het
overschot
;
het
agio
;
de
rest
;
het
exces
surplus
[
het ~
]
nomen
teveel
[
het ~
]
nomen
overschot
[
het ~
]
nomen
agio
[
het ~
]
nomen
rest
[
de ~
]
nomen
exces
[
het ~
]
nomen
Related Words for "surplus":
surplussen
Remove Ads
Remove Ads