Dutch
Detailed Synonyms for heen en weer bewegen in Dutch
heen en weer bewegen:
heen en weer bewegen verb (beweeg heen en weer, beweegt heen en weer, bewoog heen en weer, bewogen heen en weer, heen en weer bewogen)
-
heen en weer bewegen
schudden; heen en weer bewegen-
heen en weer bewegen verb (beweeg heen en weer, beweegt heen en weer, bewoog heen en weer, bewogen heen en weer, heen en weer bewogen)
Conjugations for heen en weer bewegen:
o.t.t.
- beweeg heen en weer
- beweegt heen en weer
- beweegt heen en weer
- bewegen heen en weer
- bewegen heen en weer
- bewegen heen en weer
o.v.t.
- bewoog heen en weer
- bewoog heen en weer
- bewoog heen en weer
- bewogen heen en weer
- bewogen heen en weer
- bewogen heen en weer
v.t.t.
- heb heen en weer bewogen
- hebt heen en weer bewogen
- heeft heen en weer bewogen
- hebben heen en weer bewogen
- hebben heen en weer bewogen
- hebben heen en weer bewogen
v.v.t.
- had heen en weer bewogen
- had heen en weer bewogen
- had heen en weer bewogen
- hadden heen en weer bewogen
- hadden heen en weer bewogen
- hadden heen en weer bewogen
o.t.t.t.
- zal heen en weer bewegen
- zult heen en weer bewegen
- zal heen en weer bewegen
- zullen heen en weer bewegen
- zullen heen en weer bewegen
- zullen heen en weer bewegen
o.v.t.t.
- zou heen en weer bewegen
- zou heen en weer bewegen
- zou heen en weer bewegen
- zouden heen en weer bewegen
- zouden heen en weer bewegen
- zouden heen en weer bewegen
diversen
- beweeg heen en weer!
- beweegt heen en weer!
- heen en weer bewogen
- heen en weer bewegend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze