Dutch

Detailed Synonyms for druk in Dutch

druk:

druk adj

  1. druk
  2. druk
  3. druk
  4. druk
    – met veel beelden, geluiden, bewegingen 1
    druk
    – met veel beelden, geluiden, bewegingen 1
    • druk adj
      • het is druk op straat1

druk [de ~ (m)] nomen

  1. de druk
    de druk; de dwang; de pressie
  2. de druk
    de oplage; de druk; de uitgave
  3. de druk
    financiële last; de druk
  4. de druk
    – aanhoudende dwang of kracht 1
    de druk
    – aanhoudende dwang of kracht 1
    • druk [de ~ (m)] nomen
      • de financiële druk wordt hem te zwaar1
  5. de druk
    – keer dat er een versie van een boek gemaakt wordt 1
    de druk
    – keer dat er een versie van een boek gemaakt wordt 1
    • druk [de ~ (m)] nomen
      • de hoeveelste druk is dat boek?1

Related Words for "druk":


Alternate Synonyms for "druk":


Antonyms for "druk":


Related Definitions for "druk":

  1. aanhoudende dwang of kracht1
    • de financiële druk wordt hem te zwaar1
  2. keer dat er een versie van een boek gemaakt wordt1
    • de hoeveelste druk is dat boek?1
  3. met veel beelden, geluiden, bewegingen1
    • het is druk op straat1

druk form of drukken:

drukken verb (druk, drukt, drukte, drukten, gedrukt)

  1. drukken
    drukken; knellen
    • drukken verb (druk, drukt, drukte, drukten, gedrukt)
    • knellen verb (knel, knelt, knelde, knelden, gekneld)
  2. drukken
    – er (met kracht) op duwen 1
    drukken
    – er (met kracht) op duwen 1
    • drukken verb (druk, drukt, drukte, drukten, gedrukt)
      • Milo drukt op de knop1
  3. drukken
    – er een of meer exemplaren van maken 1
    drukken
    – er een of meer exemplaren van maken 1
    • drukken verb (druk, drukt, drukte, drukten, gedrukt)
      • het boek wordt gedrukt1
  4. drukken
    – niet doen wat je moet doen 1
    drukken
    – niet doen wat je moet doen 1
    • drukken verb (druk, drukt, drukte, drukten, gedrukt)
      • hij drukt zich altijd bij vervelende karweitjes1
  5. drukken
    – onverteerd voedsel door je anus naar buiten laten komen 1
    drukken; poepen
    – onverteerd voedsel door je anus naar buiten laten komen 1
    • drukken verb (druk, drukt, drukte, drukten, gedrukt)
      • hij zat net te drukken toen de telefoon ging1
    • poepen verb
      • ik ga naar de WC om te poepen1

Conjugations for drukken:

o.t.t.
  1. druk
  2. drukt
  3. drukt
  4. drukken
  5. drukken
  6. drukken
o.v.t.
  1. drukte
  2. drukte
  3. drukte
  4. drukten
  5. drukten
  6. drukten
v.t.t.
  1. heb gedrukt
  2. hebt gedrukt
  3. heeft gedrukt
  4. hebben gedrukt
  5. hebben gedrukt
  6. hebben gedrukt
v.v.t.
  1. had gedrukt
  2. had gedrukt
  3. had gedrukt
  4. hadden gedrukt
  5. hadden gedrukt
  6. hadden gedrukt
o.t.t.t.
  1. zal drukken
  2. zult drukken
  3. zal drukken
  4. zullen drukken
  5. zullen drukken
  6. zullen drukken
o.v.t.t.
  1. zou drukken
  2. zou drukken
  3. zou drukken
  4. zouden drukken
  5. zouden drukken
  6. zouden drukken
diversen
  1. druk!
  2. drukt!
  3. gedrukt
  4. drukkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

drukken [het ~] nomen

  1. het drukken
    het drukken; het afdrukken

Related Words for "drukken":


Alternate Synonyms for "drukken":


Related Definitions for "drukken":

  1. er (met kracht) op duwen1
    • Milo drukt op de knop1
  2. er een of meer exemplaren van maken1
    • het boek wordt gedrukt1
  3. niet doen wat je moet doen1
    • hij drukt zich altijd bij vervelende karweitjes1
  4. onverteerd voedsel door je anus naar buiten laten komen1
    • hij zat net te drukken toen de telefoon ging1

Related Synonyms for druk