Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. wilde:
  2. willen:
  3. Wiktionary:
  4. User Contributed Translations for wilde:
    • sauvages


Dutch

Detailed Translations for wilde from Dutch to French

wilde:

wilde [de ~] nomen

  1. de wilde
    le sauvage

Translation Matrix for wilde:

NounRelated TranslationsOther Translations
sauvage wilde boer; bruut; onbeschofte man; wreedaard
ModifierRelated TranslationsOther Translations
sauvage agressief; gewelddadig; kokend; ongetemd; ruig; ruige; ruw; wild; woest; ziedend

Wiktionary Translations for wilde:


Cross Translation:
FromToVia
wilde barbare barbarian — a derogatory term for someone from a developing country

wilde form of willen:

willen verb (wil, wilt, wil/wilt, wilde, wilden, gewild)

  1. willen (wensen)
    vouloir; désirer; aimer
    • vouloir verb (veux, veut, voulons, voulez, )
    • désirer verb (désire, désires, désirons, désirez, )
    • aimer verb (aime, aimes, aimons, aimez, )
  2. willen (moeten; believen)
    devoir; falloir; être obligé de; être dans l'obligation de

Conjugations for willen:

o.t.t.
  1. wil
  2. wilt
  3. wil/wilt
  4. willen
  5. willen
  6. willen
o.v.t.
  1. wilde
  2. wilde
  3. wilde
  4. wilden
  5. wilden
  6. wilden
v.t.t.
  1. heb gewild
  2. hebt gewild
  3. heeft gewild
  4. hebben gewild
  5. hebben gewild
  6. hebben gewild
v.v.t.
  1. had gewild
  2. had gewild
  3. had gewild
  4. hadden gewild
  5. hadden gewild
  6. hadden gewild
o.t.t.t.
  1. zal willen
  2. zult willen
  3. zal willen
  4. zullen willen
  5. zullen willen
  6. zullen willen
o.v.t.t.
  1. zou willen
  2. zou willen
  3. zou willen
  4. zouden willen
  5. zouden willen
  6. zouden willen
diversen
  1. wil!
  2. wilt!
  3. gewild
  4. willend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for willen:

NounRelated TranslationsOther Translations
devoir ingewikkeldheid; moeilijkheid; moeten; plicht; probleem; schrijfwerk; verhandeling; werkstuk
VerbRelated TranslationsOther Translations
aimer wensen; willen beminnen; houden van; lekker vinden; liefhebben; lusten; minnen
devoir believen; moeten; willen dienen; moeten; schuldig zijn; verplicht zijn
désirer wensen; willen begeren; een sterke begeerte hebben naar; hongeren naar; hopen; op hopen zetten; spinzen; van hoop vervuld zijn; verlangen
falloir believen; moeten; willen dienen; moeten; verplicht zijn
vouloir wensen; willen
être dans l'obligation de believen; moeten; willen dienen; moeten; verplicht zijn
être obligé de believen; moeten; willen dienen; moeten; verplicht zijn

Related Words for "willen":


Related Definitions for "willen":

  1. het bewust proberen te doen, het verlangen of wensen1
    • hij wil weer naar school gaan1
  2. werkwoord dat een mogelijkheid aangeeft1
    • het wil wel eens gebeuren dat de auto niet start1

Wiktionary Translations for willen:

willen
verb
  1. iets als verlangen hebben
willen
verb
  1. Avoir l’intention, la volonté de faire quelque chose, s’y déterminer. (Sens général)

Cross Translation:
FromToVia
willen → avoir l'intention mean — to intend; plan on doing
willen vouloir; avoir envie want — desire
willen souhaiter; espérer wish — to hope for an outcome

Related Translations for wilde