Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. vandaal:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for vandaal from Dutch to French

vandaal:

vandaal [de ~ (m)] nomen

  1. de vandaal (straatjongen)
    le vandale; le gamin; le gosse

Translation Matrix for vandaal:

NounRelated TranslationsOther Translations
gamin straatjongen; vandaal bengel; boefje; deugniet; dreumes; hummel; joch; jochie; jongetje; klein jongetje; klein kind; kleine jongen; kleintje; kwajongen; ondeugd; peuter; schavuit; schelm; snuiter; uk; vlegel; worm; wurm
gosse straatjongen; vandaal dreumes; hummel; joch; jochie; klein jongetje; klein kind; kleintje; peuter; uk; worm; wurm
vandale straatjongen; vandaal schender; schoffeerder; straatschender; verbreker
ModifierRelated TranslationsOther Translations
gamin bengelachtig; guitig; jongensachtig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig

Related Words for "vandaal":

  • vandalen

Wiktionary Translations for vandaal:

vandaal
noun
  1. Qui détruire un monument, qui abîme une œuvre d’art, par allusion à un ancien peuple de la Germanie qui dévasta plusieurs provinces de l’empire romain.

Cross Translation:
FromToVia
vandaal vandale vandal — person who damages property