Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. uitlading:


Dutch

Detailed Translations for uitlading from Dutch to French

uitlading:

uitlading [znw.] nomen

  1. uitlading (ontlading; lossing)
    le déchargement

Translation Matrix for uitlading:

NounRelated TranslationsOther Translations
déchargement lossing; ontlading; uitlading afladen; elektrische ontlading; leegmaken; lossen; offloading; ontlading; ontlasting; plotselinge uitbarsting; stoelgang; uitladen; van een last ontdoen; verlichting; verzachting