Summary


Dutch

Detailed Translations for troetels from Dutch to French

troetels:

troetels [de ~] nomen, plural

  1. de troetels
    le choux; le chéris; le trésors; le chouchoutes

Translation Matrix for troetels:

NounRelated TranslationsOther Translations
chouchoutes troetels
choux troetels lekkertjes; liefjes; schatjes; schattebouten; schatten; snoezepoezen
chéris troetels liefjes; schatjes; schattebouten; schatten
trésors troetels liefjes; schatjes; schattebouten; schatten

Related Words for "troetels":


troetels form of troetel:

troetel [de ~ (m)] nomen

  1. de troetel
    le chou; l'animal domestique; l'animal de compagnie

Translation Matrix for troetel:

NounRelated TranslationsOther Translations
animal de compagnie troetel gezelschapsdier; huisdier
animal domestique troetel huisdier; lievelings huisdier; lievelingsdier; troeteldier
chou troetel dot; hartje; kool; lekkertje; liefje; poepje; schatje; schattig kind; scheetje; snoezepoes; soes; troeteltje

Related Words for "troetel":