Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. tramhuisje:


Dutch

Detailed Translations for tramhuisje from Dutch to French

tramhuisje:

tramhuisje [het ~] nomen

  1. het tramhuisje
    l'abri; l'abri de tramway

Translation Matrix for tramhuisje:

NounRelated TranslationsOther Translations
abri tramhuisje abri; accommodatie; afdak; asiel; behuizing; beschutsel; beschutting; haven; hoek; hospitium; huisvesting; kwartier; luifel; onderbrenging; onderdak; onderkomen; opvangcentrum; retraitehuis; rustpunt; schuilhoek; schuilkelder; schuilplaats; stek; tehuis; toevlucht; toevluchthaven; toevluchtsoord; uitwijkplaats; verbergplaats; verblijfplaats; vluchthaven; vluchtoord; wachthuisje; wijkplaats
abri de tramway tramhuisje

Related Words for "tramhuisje":

  • tramhuisjes