Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. traliewerk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for traliewerk from Dutch to French

traliewerk:

traliewerk [het ~] nomen

  1. het traliewerk (spijlen; traliën)
    la grilles; la grille; le grillage; le barreaux; la barres; le barrages; la barrières; la fermetures

Translation Matrix for traliewerk:

NounRelated TranslationsOther Translations
barrages spijlen; traliewerk; traliën afsluitbomen; keerdammen; slagbomen; sluitbomen; staven
barreaux spijlen; traliewerk; traliën afsluitbomen; grendels; raster; rastering; rasterwerk; rooster; slagbomen; sluitbomen; spijl; staven; stijl; tralie
barres spijlen; traliewerk; traliën afsluitbomen; slagbomen; sluitbomen; staven
barrières spijlen; traliewerk; traliën afsluitbomen; grendels; raster; rastering; rasterwerk; rooster; slagbomen; sluitbomen; staven
fermetures spijlen; traliewerk; traliën afsluitbomen; slagbomen; sluitbomen; sluitingen
grillage spijlen; traliewerk; traliën afrastering; afscherming; begrenzing; grendels; hekwerk; latwerk; omheining; omrastering; raster; rastering; rasterwerk; rooster; spijl; spijlen; stijl; tralie
grille spijlen; traliewerk; traliën afrastering; afscheiding; grendels; hek; hekwerk; latwerk; omheining; omrastering; raster; rastering; rasterwerk; rek; rooster; spijl; spijlen; stellage; stelling; stijl; tralie
grilles spijlen; traliewerk; traliën afsluitbomen; roosters; slagbomen; sluitbomen; spijl; staven; stijl; tralie

Wiktionary Translations for traliewerk: