Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. tobben:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for tobben from Dutch to French

tobben:

tobben verb (tob, tobt, tobde, tobden, getobd)

  1. tobben
    peiner; trimer; se casser la tête; ruminer
    • peiner verb (peine, peines, peinons, peinez, )
    • trimer verb (trime, trimes, trimons, trimez, )
    • ruminer verb (rumine, rumines, ruminons, ruminez, )

Conjugations for tobben:

o.t.t.
  1. tob
  2. tobt
  3. tobt
  4. tobben
  5. tobben
  6. tobben
o.v.t.
  1. tobde
  2. tobde
  3. tobde
  4. tobden
  5. tobden
  6. tobden
v.t.t.
  1. heb getobd
  2. hebt getobd
  3. heeft getobd
  4. hebben getobd
  5. hebben getobd
  6. hebben getobd
v.v.t.
  1. had getobd
  2. had getobd
  3. had getobd
  4. hadden getobd
  5. hadden getobd
  6. hadden getobd
o.t.t.t.
  1. zal tobben
  2. zult tobben
  3. zal tobben
  4. zullen tobben
  5. zullen tobben
  6. zullen tobben
o.v.t.t.
  1. zou tobben
  2. zou tobben
  3. zou tobben
  4. zouden tobben
  5. zouden tobben
  6. zouden tobben
en verder
  1. ben getobd
  2. bent getobd
  3. is getobd
  4. zijn getobd
  5. zijn getobd
  6. zijn getobd
diversen
  1. tob!
  2. tobt!
  3. getobd
  4. tobbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tobben [het ~] nomen

  1. het tobben
    la réflexion

Translation Matrix for tobben:

NounRelated TranslationsOther Translations
réflexion tobben afspiegeling; afweging; begrip; bespiegeling; bezinning; conceptie; denkbeeld; echo; gedachte; geluidsweerkaatsing; gemijmer; gepeins; getob; gezichtspunt; heroverweging; idee; inkeer; interpretatie; inzicht; lezing; meditatie; mening; mentale voorstelling; mijmering; notie; oordeel; opinie; opvatting; overdenking; overdenking met commentaar; overpeinzing; overweging; reflectie; spiegelbeeld; standpunt; visie; weergalm; weerklank; zienswijze
VerbRelated TranslationsOther Translations
peiner tobben aanpoten; afbeulen; afjakkeren; afsloven; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; ploeteren; sappelen; sloven; zich afsloven; zwoegen
ruminer tobben herkauwen; nadenken; peinzen; piekeren; prakkiseren
se casser la tête tobben aftobben; plussen
trimer tobben aanpoten; afbeulen; buffelen; een ongeluk werken; half dood werken; hard werken; kapotwerken; pezen; sloven

Wiktionary Translations for tobben:

tobben
verb
  1. zich ergens zorgen over maken