Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. solitair:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for solitair from Dutch to French

solitair:

solitair adj

  1. solitair (alleenlevend)

solitair [de ~ (m)] nomen

  1. de solitair
    le solitaire

Translation Matrix for solitair:

NounRelated TranslationsOther Translations
solitaire solitair anachoreet; eenling; enkeling; heremiet; individu; individualist; kluizenaar
ModifierRelated TranslationsOther Translations
solitaire alleenlevend; solitair afgelegen; afgezonderd; afzonderlijk; apart; eenkennig; eenzelvig; in quarantaine; introvert; mensenschuw; separaat; teruggetrokken; ver; veraf; verafgelegen; vereenzaamd
solitairement alleenlevend; solitair afgezonderd; eenkennig; eenzelvig; in quarantaine; introvert; mensenschuw; teruggetrokken; vereenzaamd

Related Words for "solitair":

  • solitairen, solitaire

Wiktionary Translations for solitair:

solitair
adjective
  1. alleen levend