Dutch

Detailed Translations for service from Dutch to French

service:

service [de ~ (m)] nomen

  1. de service (uitserveren; bediening)
    le service
  2. de service (onderhoudsdienst)
    l'assistance; le secours; le soutien; l'aide; le service d'entretien
  3. de service

Translation Matrix for service:

NounRelated TranslationsOther Translations
aide onderhoudsdienst; service aanknopingspunt; aanwijzing; assistent; assistentie; bijstand; dienstbetoon; dienstverlening; handreiking; helper; hulp; hulpbetoon; hulpje; hulppersoneel; hulpvaardige; hulpverlening; knecht; maatschappelijk werk; medewerking; ondersteuning; secondant; steun; steunpilaar; support; toeverlaat
assistance onderhoudsdienst; service aantal gekomen personen; aanwezigen; assistentie; begeleiding; bijstand; dienstbetoon; dienstverlening; escorte; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlenen; hulpverlening; maatschappelijk werk; medewerking; ondersteuning; opkomst; serviceverlening; vergezellen; verzorging; zorg
secours onderhoudsdienst; service aanknopingspunt; aanwijzing; assistentie; bijstand; geruststelling; handreiking; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; maatschappelijk werk; medewerking; ondersteuning; opluchting; steun; verademing; verlossing; zaligheid
service bediening; service; uitserveren bediening; bedieningsgeld; besturing; bijstand; botteling; dienst; diensten; dienstplicht; employees; ondersteuning; opdienen; politiedienst; serveren; serviceverlening; tafelbediening; werknemers
service après-vente service klantendienst; klantenservice; servicecentrum
service d'entretien onderhoudsdienst; service
soutien onderhoudsdienst; service aanknopingspunt; aanmoediging; aansporen; aansporing; aanwijzing; assistentie; bijstand; handreiking; houvast; hulp; hulpbetoon; hulpverlening; medewerking; ondersteuning; opwekking; schoor; schraag; steun; steunpilaar; stimulans; support; toeverlaat
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
aide help; online-Help

Related Words for "service":

  • services

Related Translations for service