Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. rijder:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for rijder from Dutch to French

rijder:

rijder [de ~ (m)] nomen

  1. de rijder (chauffeur; wagenbestuurder)
    le chauffeur; le conducteur
  2. de rijder (paardrijder; ruiter)
    le cavalier

Translation Matrix for rijder:

NounRelated TranslationsOther Translations
cavalier paardrijder; rijder; ruiter cavalerie; cavalerist; ridder; ruiterij; ruitertje; ruitervolk
chauffeur chauffeur; rijder; wagenbestuurder bestuurder; chauffeur; drijver; koetsier; voerman; wagenmenner
conducteur chauffeur; rijder; wagenbestuurder autobezitter; automobilist; bestuurder; chauffeur; drijver; elektriciteitsgeleider; geleider; koetsier; machinist; treinbestuurder; voerman; wagenmenner; warmtegeleider
ModifierRelated TranslationsOther Translations
conducteur geleidend; stroom doorgevend

Related Words for "rijder":

  • rijders

Wiktionary Translations for rijder:

rijder
noun
  1. Qui a les commandes d’un véhicule