Dutch
Detailed Translations for overleveren from Dutch to French
overleveren:
-
overleveren
remettre en mains; rendre; remettre-
remettre en mains verb
-
rendre verb (rends, rend, rendons, rendez, rendent, rendais, rendait, rendions, rendiez, rendaient, rendis, rendit, rendîmes, rendîtes, rendirent, rendrai, rendras, rendra, rendrons, rendrez, rendront)
-
remettre verb (remets, remet, remettons, remettez, remettent, remettais, remettait, remettions, remettiez, remettaient, remis, remit, remîmes, remîtes, remirent, remettrai, remettras, remettra, remettrons, remettrez, remettront)
-
Conjugations for overleveren:
o.t.t.
- overlever
- overlevert
- overlevert
- overleveren
- overleveren
- overleveren
o.v.t.
- overleverde
- overleverde
- overleverde
- overleverden
- overleverden
- overleverden
v.t.t.
- ben overgeleverd
- bent overgeleverd
- is overgeleverd
- zijn overgeleverd
- zijn overgeleverd
- zijn overgeleverd
v.v.t.
- was overgeleverd
- was overgeleverd
- was overgeleverd
- waren overgeleverd
- waren overgeleverd
- waren overgeleverd
o.t.t.t.
- zal overleveren
- zult overleveren
- zal overleveren
- zullen overleveren
- zullen overleveren
- zullen overleveren
o.v.t.t.
- zou overleveren
- zou overleveren
- zou overleveren
- zouden overleveren
- zouden overleveren
- zouden overleveren
diversen
- overlever!
- overlevert!
- overgeleverd
- overleverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overleveren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
remettre | overleveren | aangeven; aanreiken; afgeven; aflossen; bijschenken; bijtanken; bijvullen; distribueren; doorgeven; geven; inleveren; leveren; overgeven; overhandigen; reiken; remplaceren; restitueren; retourneren; ronddelen; schenken; terugbezorgen; terugbrengen; teruggeven; terugleggen; terugplaatsen; terugzenden; terugzetten; toesteken; uitreiken; verdagen; verdelen; verder reiken; verlenen; vernieuwen; verstrekken; versturen; vervangen; verwisselen; zenden |
remettre en mains | overleveren | |
rendre | overleveren | aangeven; aanreiken; afgeven; beschrijven; braken; eraf gaan; geven; inleveren; kotsen; overbrengen; overgeven; overhandigen; retourneren; spugen; spuwen; terugbezorgen; terugbrengen; teruggeven; terugzenden; toesteken; translateren; uitbraken; vertalen; vertolken; vomeren; weergeven |
Wiktionary Translations for overleveren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overleveren | → transmettre | ↔ tradieren — (transitiv) etwas (mündlich) überliefern, weitergeben, mündlich fortpflanzen |