Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. opruiing:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for opruiing from Dutch to French

opruiing:

opruiing [de ~ (v)] nomen

  1. de opruiing
    la provocation; l'excitation

Translation Matrix for opruiing:

NounRelated TranslationsOther Translations
excitation opruiing aanmoediging; aansporen; aansporing; aanstoken; agitatie; beroering; geilheid; gewoel; hitsigheid; instigeren; lust; ongedurigheid; onrust; onrustigheid; opgewondenheid; ophitsen; oproer; opstand; opstoken; opstokerij; opstootje; opwekken; opwekking; rel; steun; stimulans; volksoproer; vuistgevecht; zin
provocation opruiing aanleiding; aanstichting; aanstoken; gevolg; ophitsen; opstoken; opstokerij; provocatie; provoceren; reden; teweegbrengen; teweegbrenging; uitdaging; uitlokken; uitlokking; veroorzaking; verwekking; voortbrenging

Related Words for "opruiing":

  • opruiingen

Wiktionary Translations for opruiing:


Cross Translation:
FromToVia
opruiing sédition; révolte sedition — insurrection or rebellion