Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. narigheid:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for narigheid from Dutch to French

narigheid:

narigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de narigheid (gelazer; trammelant)
    l'ennuis; la difficulté; l'emmerdements; l'emmerdement
  2. de narigheid (moeilijkheid; probleem; penarie)
    la difficulté; l'ennui; l'inconvénient; l'embarras; le pétrin; la peine; le désagrément

Translation Matrix for narigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
difficulté gelazer; moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem; trammelant ingewikkeldheid; knik; lastigheid; moeilijkheid; probleem; strubbeling
désagrément moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem hinder; kwaal; last; moeite; ongemak; ongerief; overlast; slepende ziekte; soesa; stoornis
embarras moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem bedeesdheid; beschaamdheid; drukte; ergernis; gedoe; gegeneerdheid; geslotenheid; gêne; hinder; moeilijkheden; obstructie; omhaal; ongemak; ongerief; overlast; problemen; rompslomp; schaamte; schaamtegevoel; schroom; schuwheid; sores; timiditeit; veel gedoe; verlegenheid; verstopping in het lichaam; zorgen
emmerdement gelazer; narigheid; trammelant gechicaneer; gedram; gemekker; gezanik; gezeur; rottigheid
emmerdements gelazer; narigheid; trammelant moeilijkheden; problemen; sores; zorgen
ennui moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem droefenis; ergernis; grauwheid; hinder; kleurloosheid; leed; overlast; smart; somberheid; treurnis; verdriet; verveling
ennuis gelazer; narigheid; trammelant conditie; ellende; gedram; getob; gezanik; gezeur; malheur; moeilijkheden; narigheden; ongeluk; ongemakken; ongerieven; onheil; onspoed; pech; problemen; ramp; rampspoed; rompslomp; sores; staat; tegenslag; tegenspoed; terugslagen; toestand; veel gedoe; zorgen
inconvénient moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem debacle; ergernis; hinder; keerzijde; kwaal; onaangename zijde; ondergang; overlast; schaduwzijde; slepende ziekte; stoornis; teloorgang; tenondergang; val
peine moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem bekommernis; bezorgdheid; bezwaar; boete; celstraf; chagrijn; droefheid; ergernis; gevangenisstraf; grief; hechtenis; het klagen; inspanning; klacht; kommer; last; leed; moeite; ongerustheid; pijn; smart; soesa; straf; verdriet; verontrusting; zorg
pétrin moeilijkheid; narigheid; penarie; probleem
ModifierRelated TranslationsOther Translations
inconvénient nadelig; ongunstig; onvoordelig

Related Words for "narigheid":


Wiktionary Translations for narigheid: