Summary


Dutch

Detailed Translations for lonken from Dutch to French

lonken:

lonken verb (lonk, lonkt, lonkte, lonkten, gelonkt)

  1. lonken (oogje maken)
  2. lonken (sjansen; flirten)
    faire des oeillades; faire les yeux doux; flirter
    • flirter verb (flirte, flirtes, flirtons, flirtez, )

Conjugations for lonken:

o.t.t.
  1. lonk
  2. lonkt
  3. lonkt
  4. lonken
  5. lonken
  6. lonken
o.v.t.
  1. lonkte
  2. lonkte
  3. lonkte
  4. lonkten
  5. lonkten
  6. lonkten
v.t.t.
  1. heb gelonkt
  2. hebt gelonkt
  3. heeft gelonkt
  4. hebben gelonkt
  5. hebben gelonkt
  6. hebben gelonkt
v.v.t.
  1. had gelonkt
  2. had gelonkt
  3. had gelonkt
  4. hadden gelonkt
  5. hadden gelonkt
  6. hadden gelonkt
o.t.t.t.
  1. zal lonken
  2. zult lonken
  3. zal lonken
  4. zullen lonken
  5. zullen lonken
  6. zullen lonken
o.v.t.t.
  1. zou lonken
  2. zou lonken
  3. zou lonken
  4. zouden lonken
  5. zouden lonken
  6. zouden lonken
diversen
  1. lonk!
  2. lonkt!
  3. gelonkt
  4. lonkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for lonken:

VerbRelated TranslationsOther Translations
faire des oeillades flirten; lonken; sjansen
faire les yeux doux flirten; lonken; sjansen
flirter flirten; lonken; sjansen aan de scharrel zijn; aanstaan; behagen; bevallen; flirten; gelieven; koketteren; plezieren; scharrelen
jeter des oeillades lonken; oogje maken

Related Words for "lonken":


Wiktionary Translations for lonken:


Cross Translation:
FromToVia
lonken convoiter; guigner covet — to long for inordinately or unlawfully
lonken reluquer; mater ogle — to stare flirtatiously

lonken form of lonk:

lonk [de ~ (m)] nomen

  1. de lonk
    l'oeillade

Translation Matrix for lonk:

NounRelated TranslationsOther Translations
oeillade lonk knipoogje

Related Words for "lonk":