Dutch

Detailed Translations for kleine jongen from Dutch to French

kleine jongen:

kleine jongen [znw.] nomen

  1. kleine jongen (kind; klein meisje; kleuter; kleintje; klein kind)
    l'enfant; le bambin; la petite fille; le petit; le petit garçon
  2. kleine jongen (jochie; jongetje)
    le gamin; le petit homme; le petit bonhomme; le type; le bout d'homme; le petit bout d'homme

Translation Matrix for kleine jongen:

NounRelated TranslationsOther Translations
bambin kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter baby; dreumes; hummel; jochie; kind; kind dat aan de borst is; klein jongetje; klein kind; kleintje; kleuter; peuter; uk; wichtje; worm; wurm; zuigeling
bout d'homme jochie; jongetje; kleine jongen
enfant kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter dreumes; hummel; kind; klein kind; kleintje; kleuter; onderliggend; onderliggend element; onderliggend knooppunt; peuter; uk; wichtje; worm; wurm
gamin jochie; jongetje; kleine jongen bengel; boefje; deugniet; dreumes; hummel; joch; jochie; klein jongetje; klein kind; kleintje; kwajongen; ondeugd; peuter; schavuit; schelm; snuiter; straatjongen; uk; vandaal; vlegel; worm; wurm
petit kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter baby; dreumes; hondje; hummel; jong; jonge kat; katje; kind; kind dat aan de borst is; klein kind; kleintje; kleuter; peuter; poesje; uk; welp; wichtje; worm; wurm; zuigeling
petit bonhomme jochie; jongetje; kleine jongen
petit bout d'homme jochie; jongetje; kleine jongen
petit garçon kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter dreumes; hummel; klein kind; kleintje; kleuter; peuter; uk; wichtje; worm; wurm
petit homme jochie; jongetje; kleine jongen baasje; klein kereltje
petite fille kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter dreumes; hummel; klein kind; kleintje; kleuter; peuter; uk; wichtje; worm; wurm
type jochie; jongetje; kleine jongen aard; fatje; figuur; gast; genre; gevaarte; goser; gozer; heerschap; heertje; individu; joekel; kanjer; kerel; klasse; knaap; knakker; knoert; knul; kokker; kokkerd; loei; man; model; monster; onderverdeling; proefje; proeve; slag; snuiter; soort; specimen; staal; staaltje; sujet; type; vent
ModifierRelated TranslationsOther Translations
gamin bengelachtig; guitig; jongensachtig; kwajongensachtig; ondeugend; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig
petit bekrompen; benepen; eng; klein; kleingeestig; kleinzielig; nauw; ondermaats; petieterig; smal; smalletjes; van geringe afmeting; van geringe breedte

External Machine Translations:

Related Translations for kleine jongen