Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. intrede:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for intrede from Dutch to French

intrede:

intrede [de ~] nomen

  1. de intrede (binnenkomst; entree; intocht)
    l'entrée; l'arrivée; la venue; l'entrées

Translation Matrix for intrede:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrivée binnenkomst; entree; intocht; intrede aankomen; aankomst; arriveren; einde; eindpunt; eindstreep; finish; finishlijn; inkomst; komen; komen aanrijden; komst; meet; overkomst
entrée binnenkomst; entree; intocht; intrede aankomst; binnengaan; binnenkomst; deur; dorpel; drempel; entree; entreehal; hal; import; ingang; inkomst; inlaat; inrit; instappen; invaart; invoer; komst; narthex; ontvangstruimte; oprijlaan; oprit; portiek; receptiekamer; ridderzaal; salon; toegang; tussenkamer; vermelding; voorgerecht; voorhal
entrées binnenkomst; entree; intocht; intrede dorpels; drempels; intredingen
venue binnenkomst; entree; intocht; intrede aankomst; komst; overkomst

Wiktionary Translations for intrede:

intrede
Cross Translation:
FromToVia
intrede entrée Eintritt — der Akt des Eintretens in ein Gebäude oder einen Raum
intrede entrée; adhésion Eintritt — das Eintreten in eine Organisation (Partei, Verein, Gemeinschaft etc.) als Mitglied