Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. imperatief:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for imperatief from Dutch to French

imperatief:

imperatief [de ~ (m)] nomen

  1. de imperatief (gebiedende wijs)
    l'impératif

Translation Matrix for imperatief:

NounRelated TranslationsOther Translations
impératif gebiedende wijs; imperatief aanwijzing; bevel; commando; gebod; instructie; order; voorschrift
ModifierRelated TranslationsOther Translations
impératif dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; vereisend bindend; dwingend; onafwijsbaar; streng; strikt; stringent
impérativement dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; vereisend
impérieusement dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; vereisend gebiedenderwijs
impérieux dwingend; gebiedend; gelastend; imperatief; vereisend bevelend

Related Words for "imperatief":

  • imperatieven

Wiktionary Translations for imperatief:

imperatief
noun
  1. (grammaire, fr) au singulier mode qui exprime le commandement, la prière, l’exhortation, la défense, etc.