Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. huisbediende:


Dutch

Detailed Translations for huisbediende from Dutch to French

huisbediende:

huisbediende [de ~] nomen

  1. de huisbediende (huisjongen)
    le domestique; l'employé de maison

Translation Matrix for huisbediende:

NounRelated TranslationsOther Translations
domestique huisbediende; huisjongen assistent; bediende; butler; dienaar; dienstbode; dienstknecht; dienstmeisje; helper; herenknecht; huisknecht; hulp; hulp in de huishouding; hulpje; kamerbediende; kamerdienaar; knecht; lakei; livreiknecht; mens; menselijk wezen; schoonmaakster; secondant; werkster
employé de maison huisbediende; huisjongen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
domestique huishoudelijk; tam

Related Words for "huisbediende":

  • huisbedienden, huisbediendes

External Machine Translations: