Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. horigheid:
  2. horig:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for horigheid from Dutch to French

horigheid:

horigheid [de ~ (v)] nomen

  1. de horigheid
    le servage; la dépendance; le féodalisme; la soumission

Translation Matrix for horigheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
dépendance horigheid afhankelijkheid; agentschap; ander filiaal; bijgebouw; bijkantoor; dependance; filiaal; gewenning; hulpkantoor; verslaafdheid; verslaving
féodalisme horigheid feodalisme
servage horigheid feodalisme; lijfeigenschap
soumission horigheid afhankelijkheid; capitulatie; discipline; dwang; gehoorzaamheid; gewenning; onderwerping; orde; overgave; submissie; tucht; verslaafdheid; verslaving

Related Words for "horigheid":


Wiktionary Translations for horigheid:


Cross Translation:
FromToVia
horigheid servage serfdom — feudal system

horigheid form of horig:

horig adj

  1. horig (afhankelijk)

Translation Matrix for horig:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
inféodé afhankelijk; horig
soumis afhankelijk; horig berustend; bijkomstig; gedwee; gelaten; inferieur; knechts; kruiperig; lijdelijk; meegaand; onderdanig; onderdanig aan; ondergeschikt; onderhorig; onderworpen; onvrij; serviel; slaafs; tam; volgzaam

Related Words for "horig":