Summary


Dutch

Detailed Translations for glinstering from Dutch to French

glinstering:

glinstering [de ~ (v)] nomen

  1. de glinstering (fonkeling; gefonkel)
    l'étincellement; l'éclat; le scintillement
  2. de glinstering (vonk; flakker)
    l'étincelle; l'éclat; l'étincellement; le scintillement; la lueur scintillante

Translation Matrix for glinstering:

NounRelated TranslationsOther Translations
lueur scintillante flakker; glinstering; vonk flakkering; flikkering; geflikker; schijn; schittering
scintillement flakker; fonkeling; gefonkel; glinstering; vonk flakkering; flikkering; fonkelen; fonkeling; geflikker; geglinster; glans; glitter; luister; schijn; schitteren; schittering; sprankelen
éclat flakker; fonkeling; gefonkel; glinstering; vonk blinken; deining; diggel; dreun; emotionele uitval; flakkering; flikkering; flonkering; geflikker; geglinster; glans; glanzen; glimmen; gloed; haarkrul; klap; knal; krul; kwak; luister; ontlading; ophef; plotselinge uitbarsting; scherf; schijn; schitteren; schittering; smak; splinter; uitbarsten; uitbarsting; uitval; vulkaanuitbarsting
étincelle flakker; glinstering; vonk glimp; sprankeltje; vleugje; vonkje
étincellement flakker; fonkeling; gefonkel; glinstering; vonk flakkering; flikkeren; flikkering; flits; fonkelen; fonkeling; geflikker; geglinster; gesprankel; glans; glitter; luister; schijn; schitteren; schittering; snel beeld; sprankelen

Related Words for "glinstering":

  • glinsteringen

External Machine Translations: