Summary


Dutch

Detailed Translations for gewond from Dutch to French

gewond:


Translation Matrix for gewond:

NounRelated TranslationsOther Translations
blessé geestelijk geraakte; gekwetste; gewonde
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
endommagé aangeslagen; gehavend; gewond aan flarden; aan stukken; beschadigd; gebarsten; gebroken; gehavend; geruineerd; geschonden; kapot; naar de knoppen; stuk; verziekt
ModifierRelated TranslationsOther Translations
abîmé aangeslagen; gehavend; gewond aan flarden; aan scherven; beschadigd; gebarsten; gebroken; gehavend; geschonden; kapot; stuk; verziekt
atteint gekwetst; gewond aangeschoten; geraakt; getoucheerd; getroffen
avarié aangeslagen; gehavend; gewond aan flarden; beschadigd; gebarsten; kapot; stuk
blessé aangeslagen; gehavend; gekwetst; gewond aangeschoten; gegriefd; gekwetst; geraakt; getoucheerd; getroffen
délabré aangeslagen; gehavend; gewond aan stukken; beschadigd; bouwvallig; gammel; gebarsten; gebroken; gehavend; geruineerd; geschonden; kapot; krakkemikkig; krakkemikkige; naar de knoppen; ruïneus; stuk; wankel; wrak; zwak
détérioré aangeslagen; gehavend; gewond aan stukken; gebroken; gehavend; geruineerd; geschonden; kapot; naar de knoppen; stuk
en lambeaux aangeslagen; gehavend; gewond aan flarden; beschadigd; gebarsten; kapot; stuk
en pièces aangeslagen; gehavend; gewond aan flarden; aan stukken; beschadigd; defect; gebarsten; gebroken; geruineerd; in stukken; kapot; naar de knoppen; onklaar; stuk
mangé des mites aangeslagen; gehavend; gewond mottig
touché gekwetst; gewond aangedaan; aangegrepen; aangeschoten; aangeslagen; bewogen; emotioneel; gepassioneerd; geraakt; geroerd; getroffen; gevoelig; gevoelvol; geëmotioneerd; kapot van; onthutst; ontroerd; ontsteld; paf; perplex
variolé aangeslagen; gehavend; gewond beschadigd; gebarsten; kapot; stuk

Wiktionary Translations for gewond:

gewond
adjective
  1. Blessé physiquement

Cross Translation:
FromToVia
gewond blessé hurt — wounded, injured

gewond form of wonden:

wonden [de ~] nomen, plural

  1. de wonden (verwondingen; kwetsuren)
    la blessures; la perturbations; le troubles

Translation Matrix for wonden:

NounRelated TranslationsOther Translations
blessures kwetsuren; verwondingen; wonden blessures
perturbations kwetsuren; verwondingen; wonden verstoringen
troubles kwetsuren; verwondingen; wonden doolhof; labyrint; ongeregeldheden; onlusten; oproeren; rellen; verstoringen; warboel; warnet

Related Words for "wonden":


Wiktionary Translations for wonden:

wonden
verb
  1. frapper d’un coup qui fait une contusion, une plaie, une fracture.