Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. geur:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for geur from Dutch to French

geur:

geur [de ~ (m)] nomen

  1. de geur (bouquet; aroma; reuk; geurtje; lucht)
    – wat je ruikt 1
    l'odeur; le bouquet; la senteur; l'arôme; le parfum
  2. de geur (aroma)
    – wat je ruikt 1
    l'arôme

Translation Matrix for geur:

NounRelated TranslationsOther Translations
arôme aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk aroma; geurstof
bouquet aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk bloemetje; bloemstuk; boeket; bos bloemen; pol; ruiker; tuil; tuiltje
odeur aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk geurwater; odeur; parfum; reukwater
parfum aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk geurwater; luchtje; odeur; parfum; reukwater
senteur aroma; bouquet; geur; geurtje; lucht; reuk luchtje
- lucht

Related Words for "geur":


Synonyms for "geur":


Related Definitions for "geur":

  1. wat je ruikt1
    • dat is de geur van mijn parfum1

Wiktionary Translations for geur:

geur
noun
  1. gewaarwording met de neus van de aanwezigheid van een gasvormige uitwaseming
geur
noun
  1. principe odorant des fleurs et en général des substances végétales.
  2. sensation que produire sur l’odorat les émanations des corps.
  3. Odeur agréable

Cross Translation:
FromToVia
geur odorant; aromatique fragrant — sweet-smelling
geur odeur scent — distinctive odour or smell
geur odeur; parfum smell — sensation
geur odeur Geruch — durch das Geruchsorgan wahrgenommene Ausdünstung

Related Translations for geur