Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. faillissement:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for faillissement from Dutch to French

faillissement:

faillissement [het ~] nomen

  1. het faillissement (bankroet)
    la faillite; la liquidation judiciaire; la banqueroute
  2. het faillissement
    la faillite

Translation Matrix for faillissement:

NounRelated TranslationsOther Translations
banqueroute bankroet; faillissement
faillite bankroet; faillissement
liquidation judiciaire bankroet; faillissement
ModifierRelated TranslationsOther Translations
banqueroute bankroet; failliet; geruineerd
faillite bankroet; failliet; geruineerd

Related Words for "faillissement":

  • faillissementen

Wiktionary Translations for faillissement:

faillissement
noun
  1. de toestand van iemand die, blijkens rechterlijk onderzoek, niet in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen.
  2. een in de wet geregelde procedure voor een persoon of onderneming die niet (meer) in staat is aan zijn financiële verplichtingen te voldoen.
faillissement
noun
  1. délit accompli par le commerçant ou dirigeant qui commet certaines fautes graves alors qu'avoir lieu le redressement ou la liquidation judiciaire du commerce ou de la société gérée, pour cause d’insolvabilité réelle ou feinte.

Cross Translation:
FromToVia
faillissement faillite; insolvabilité InsolvenzKonsequenz der Zahlungsunfähigkeit

External Machine Translations: