Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. dynamiek:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dynamiek from Dutch to French

dynamiek:

dynamiek [de ~ (v)] nomen

  1. de dynamiek (fiksheid; sterkte; kracht; energie; felheid)
    la vigueur; l'énergie; la solidité; la dynamique; la force; l'intensité
  2. de dynamiek (voortstuwing; stuwkracht)
    la poussée; la propulsion; la force propulsive

Translation Matrix for dynamiek:

NounRelated TranslationsOther Translations
dynamique dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte
force dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte aandrift; daadkracht; doortastendheid; druk; dwang; energie; esprit; felheid; fermheid; flinkheid; forsheid; fut; geweld; heftigheid; hevigheid; impuls; intensiteit; invloed; kracht; krachtdadigheid; macht; momentum; pressie; prikkel; puf; sterkte; stevigheid; stimulans; vermogen; werklust
force propulsive dynamiek; stuwkracht; voortstuwing aandrijving; impuls; motor; prikkel; stimulans; stuwkracht; voortstuwing
intensité dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte felheid; heftigheid; hevigheid; intensiteit; kracht
poussée dynamiek; stuwkracht; voortstuwing aandrang; aandrift; aandrijfkracht; aandrijving; ambitie; daadkracht; drang; drijfkracht; drukte; duw; duwtje; eerzucht; energie; esprit; fut; gedrang; geduw; impuls; kracht; momentum; motor; por; prikkel; puf; stimulans; stoot; stootje; stuwkracht; toeloop; toevloed; werklust; zet
propulsion dynamiek; stuwkracht; voortstuwing aandrift; aandrijfmechanisme; aandrijven; aandrijving; aandrijvingsmechanisme; aanjagen; aanmoediging; aansporen; aansporing; daadkracht; drijfwerk; energie; esprit; fut; kracht; mate van beweeglijkheid van het lichaam; momentum; motor; motoriek; opstuwing; opwekking; puf; steun; stimulans; stuwkracht; voortstuwen; voortstuwing; werklust
solidité dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte betrouwbaarheid; dapperheid; degelijkheid; deugdelijkheid; deugdzaamheid; eerbaarheid; fermheid; gedegenheid; gehardheid; gestaaldheid; goede kwaliteit; hechtheid; koenheid; moed; onomstotelijkheid; onverbrekelijkheid; onversaagdheid; onwankelbaarheid; onwrikbaarheid; soliditeit; stevigheid; stoerheid; vastheid
vigueur dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte daadkrachtigheid; dapperheid; gehardheid; geldigheid; gelding; gestaaldheid; jeugd; jeugdigheid; koenheid; krachtdadigheid; lichaamskracht; moed; onversaagdheid; pittigheid; wakker zijn
énergie dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte aandrift; animo; arbeidskracht; arbeidsvermogen; belangstelling; daadkracht; daadkrachtigheid; doortastendheid; electrische stroom; energie; esprit; fascinatie; fut; geboeidheid; incasseringsvermogen; interesse; kracht; krachtdadigheid; kranigheid; manhaftigheid; momentum; pittigheid; puf; stroom; veerkracht; weerstand; weerstandsvermogen; werkkracht; werklust; werkvermogen; werkzaamheid; zin
ModifierRelated TranslationsOther Translations
dynamique actief; beweeglijk; daadkrachtig; doortastend; drastisch; dynamisch; energiek; ferm; geanimeerd; krachtdadig; krachtig; levendig; sterk; vief; vol fut

Wiktionary Translations for dynamiek:


Cross Translation:
FromToVia
dynamiek dynamique dynamic — the varying loudness or volume
dynamiek dynamique dynamic — a behavior