Dutch
Detailed Translations for doorduwen from Dutch to French
doorduwen:
-
doorduwen
persévérer; continuer à pousser-
persévérer verb (persévère, persévères, persévérons, persévérez, persévèrent, persévérais, persévérait, persévérions, persévériez, persévéraient, persévérai, persévéras, persévéra, persévérâmes, persévérâtes, persévérèrent, persévérerai, persévéreras, persévérera, persévérerons, persévérerez, persévéreront)
-
continuer à pousser verb
-
Conjugations for doorduwen:
o.t.t.
- duw door
- duwt door
- duwt door
- duwen door
- duwen door
- duwen door
o.v.t.
- duwde door
- duwde door
- duwde door
- duwden door
- duwden door
- duwden door
v.t.t.
- heb doorgeduwd
- hebt doorgeduwd
- heeft doorgeduwd
- hebben doorgeduwd
- hebben doorgeduwd
- hebben doorgeduwd
v.v.t.
- had doorgeduwd
- had doorgeduwd
- had doorgeduwd
- hadden doorgeduwd
- hadden doorgeduwd
- hadden doorgeduwd
o.t.t.t.
- zal doorduwen
- zult doorduwen
- zal doorduwen
- zullen doorduwen
- zullen doorduwen
- zullen doorduwen
o.v.t.t.
- zou doorduwen
- zou doorduwen
- zou doorduwen
- zouden doorduwen
- zouden doorduwen
- zouden doorduwen
en verder
- is doorgeduwd
- zijn doorgeduwd
diversen
- duw door!
- duwt door!
- doorgeduwd
- doorduwend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for doorduwen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
continuer à pousser | doorduwen | doordouwen; doorzetten |
persévérer | doorduwen | aanhouden; doordouwen; doorgaan; doorstaan; doorzetten; dragen; dulden; harden; standhouden; uithouden; uitzingen; verdragen; verduren; volharden; volhouden; voortbestaan; voortduren |