Summary


Dutch

Detailed Translations for causerie from Dutch to French

causerie:

causerie [de ~ (v)] nomen

  1. de causerie (praatje; babbeltje; gebabbel)
    l'entretien; le bavardage; le parler; la conversation; la causerie; le brin de causette

Translation Matrix for causerie:

NounRelated TranslationsOther Translations
bavardage babbeltje; causerie; gebabbel; praatje achterklap; babbeltje; gebabbel; gekeuvel; geklap; geklep; geklets; gekout; gekwebbel; gepraat; geroddel; gesprek; indiscretie; klap; klets; kout; kwaadsprekerij; laster; lastering; lasterpraatje; loslippigheid; mondeling onderhoud; praat; praatje; praatjes; prietpraat; roddel; roddelpraat; roddels; stof tot gepraat; zeveren; zwartmaken
brin de causette babbeltje; causerie; gebabbel; praatje praat
causerie babbeltje; causerie; gebabbel; praatje babbeltje; gebabbel; gekeuvel; geklets; gekout; gekwebbel; gepraat; gesprek; kout; mondeling onderhoud; praat; praatje
conversation babbeltje; causerie; gebabbel; praatje besprekingen; chat; chatgesprek; conversatie; dialoog; discussie; gesprek; interview; mondeling onderhoud; samenspraak; samenspraken; tweegesprek; tweespraak; vergaderingen; vraaggesprek
entretien babbeltje; causerie; gebabbel; praatje conversatie; dialoog; discussie; gesprek; in goede staat houden; interview; kost; mondeling onderhoud; onderhoud; onderhoudsgeld; samenspraak; tweegesprek; tweespraak; verzorging; voedsel; vraaggesprek
parler babbeltje; causerie; gebabbel; praatje
VerbRelated TranslationsOther Translations
parler babbelen; communiceren; een conversatie hebben; in contact staan; kakelen; klappen; kletsen; kwebbelen; kwekken; kwetteren; praten; snateren; speechen; spreken; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; verhaal vertellen; verhalen; vertellen; vertolken; verwoorden; wauwelen; zwammen

Related Words for "causerie":

  • causerietje, causerietjes