Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. buitenkans:


Dutch

Detailed Translations for buitenkans from Dutch to French

buitenkans:

buitenkans [de ~] nomen

  1. de buitenkans (meevaller; voordeel)
    l'aubaine; la chance extraordinaire

Translation Matrix for buitenkans:

NounRelated TranslationsOther Translations
aubaine buitenkans; meevaller; voordeel aanbieding; absolute meevaller; buitenkansje; fortuin; fortuintje; geluk; gelukje; gelukkig toeval; gelukkigheid; gelukstreffer; het gelukkig-zijn; klapper; koopje; mazzeltje; meevaller; meevallertje; opsteker; spotkoopje; toevalstreffer; topper; tref; treffer; voordeel; voordeeltje
chance extraordinaire buitenkans; meevaller; voordeel

Related Words for "buitenkans":

  • buitenkansen