Dutch

Detailed Translations for attaque from Dutch to French

attaque:

attaque [de ~] nomen

  1. de attaque (bestorming; aanval; run; )
    l'attaque; l'invasion; la charge; l'attaque à main armée; l'assaut; la ruée; le rafle; le rush; la razzia; l'hold-up; le rushes
  2. de attaque (hersenbloeding; beroerte; apoplexie)
    l'hémorragie cérébrale; l'attaque; la crise; l'accès

Translation Matrix for attaque:

NounRelated TranslationsOther Translations
accès apoplexie; attaque; beroerte; hersenbloeding aanvallen; attaques; beroertes; deur; entree; huisdeur; ingang; inlaat; inrit; oprijlaan; oprit; toegang; toegangen; treffer
assaut aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop aanvallen; attaqueren
attaque aanval; apoplexie; attaque; beroerte; bestorming; hersenbloeding; offensief; run; stormaanval; stormloop aanvallen; attaqueren
attaque à main armée aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop bankoverval
charge aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop belasting; belastingdienst; belastingen; bevrachting; draaglast; druk; electrische lading; financiële last; fiscus; gevoelslast; heffingen; lading; last; transport; vracht; vrachtgoed; vrachtvervoer; wegtransport; wegvervoer
crise apoplexie; attaque; beroerte; hersenbloeding achteruitgang; crisis; depressie; inzinking; laagconjunctuur; nood; noodtoestand
hold-up aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop overval
hémorragie cérébrale apoplexie; attaque; beroerte; hersenbloeding
invasion aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop inval; invasie; overweldiging; politie-inval; verovering
rafle aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop drijfjacht; klopjacht; razzia; rooftocht; strooptocht
razzia aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop drijfjacht; klopjacht; razzia; rooftocht; strooptocht
rush aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
rushes aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop
ruée aanval; attaque; bestorming; offensief; run; stormaanval; stormloop klopjacht; razzia

Related Words for "attaque":


Wiktionary Translations for attaque:

attaque
noun
  1. Action, endroit, ou facilité plus ou moins grande d’accéder dans un lieu, physique ou virtuel.
  2. attaque pour emporter de vif force une ville, une place de guerre, une position, etc.
  3. propre|nocat=1 Action d'attaquer