Dutch

Detailed Translations for afzwenken from Dutch to French

afzwenken:

afzwenken verb (zwenk af, zwenkt af, zwenkte af, zwenkten af, afgezwenkt)

  1. afzwenken (zwenken)
    faire volte-face; obliquer; s'écarter brusquement
    • obliquer verb (oblique, obliques, obliquons, obliquez, )

Conjugations for afzwenken:

o.t.t.
  1. zwenk af
  2. zwenkt af
  3. zwenkt af
  4. zwenken af
  5. zwenken af
  6. zwenken af
o.v.t.
  1. zwenkte af
  2. zwenkte af
  3. zwenkte af
  4. zwenkten af
  5. zwenkten af
  6. zwenkten af
v.t.t.
  1. ben afgezwenkt
  2. bent afgezwenkt
  3. is afgezwenkt
  4. zijn afgezwenkt
  5. zijn afgezwenkt
  6. zijn afgezwenkt
v.v.t.
  1. was afgezwenkt
  2. was afgezwenkt
  3. was afgezwenkt
  4. waren afgezwenkt
  5. waren afgezwenkt
  6. waren afgezwenkt
o.t.t.t.
  1. zal afzwenken
  2. zult afzwenken
  3. zal afzwenken
  4. zullen afzwenken
  5. zullen afzwenken
  6. zullen afzwenken
o.v.t.t.
  1. zou afzwenken
  2. zou afzwenken
  3. zou afzwenken
  4. zouden afzwenken
  5. zouden afzwenken
  6. zouden afzwenken
diversen
  1. zwenk af!
  2. zwenkt af!
  3. afgezwenkt
  4. afzwenkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

afzwenken [znw.] nomen

  1. afzwenken (wegdraaien; afwenden; afdraaien)
    le détournement

Translation Matrix for afzwenken:

NounRelated TranslationsOther Translations
détournement afdraaien; afwenden; afzwenken; wegdraaien fraude; kaping; malversatie; omleiding; onregelmatigheden; ontvreemding; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; wegomlegging; zwendel
VerbRelated TranslationsOther Translations
faire volte-face afzwenken; zwenken
obliquer afzwenken; zwenken
s'écarter brusquement afzwenken; zwenken