Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. afslachting:


Dutch

Detailed Translations for afslachting from Dutch to French

afslachting:

afslachting [de ~ (v)] nomen

  1. de afslachting (slachtpartij; moordpartij; bloedbad; slachting)
    le massacre; la boucherie; le carnage; l'abattage; la tuerie; l'hécatombe
  2. de afslachting (afslachten; afmaken; slachting)
    le massacre; la boucherie; l'abattage; l'exécution; le carnage; la tuerie

Translation Matrix for afslachting:

NounRelated TranslationsOther Translations
abattage afmaken; afslachten; afslachting; bloedbad; moordpartij; slachting; slachtpartij omzagen; slacht; vellen
boucherie afmaken; afslachten; afslachting; bloedbad; moordpartij; slachting; slachtpartij abattoir; bloedvergieten; slachtbank; slachten van vee; slachterij; slachthuis; slachting; slachtplaats; slager; slagerij; slagerswinkel; slagerszaak; spekslagerij; varkensslagerij; vleeshouwer; vleeshouwerij
carnage afmaken; afslachten; afslachting; bloedbad; moordpartij; slachting; slachtpartij bloedvergieten; slachten van vee; slachting
exécution afmaken; afslachten; afslachting; slachting executie; liquidatie; moord; operatie; prestatie; strafuitvoering; tenuitvoerlegging; terechtstelling; uitvoeren; uitvoering; verrichting; volbrengen; voltrekking; voltrekking van de straf
hécatombe afslachting; bloedbad; moordpartij; slachting; slachtpartij bloedvergieten; slachten van vee; slachting
massacre afmaken; afslachten; afslachting; bloedbad; moordpartij; slachting; slachtpartij bloedvergieten; slachten van vee; slachting
tuerie afmaken; afslachten; afslachting; bloedbad; moordpartij; slachting; slachtpartij slachten van vee; slachting