Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aanspraak:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aanspraak from Dutch to French

aanspraak:

aanspraak [de ~] nomen

  1. de aanspraak (rechtstitel; rechtsgrond; recht; titel)
    le fondement juridique; le droit

Translation Matrix for aanspraak:

NounRelated TranslationsOther Translations
droit aanspraak; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel gegrondheid; gelijk; gerechtigdheid; gerechtigheid; recht; rechtswetenschap
fondement juridique aanspraak; recht; rechtsgrond; rechtstitel; titel
ModifierRelated TranslationsOther Translations
droit braaf; chagrijnig; eerlijk; fideel; kaarsrecht; knorrig; korzelig; lijnrecht; loodrecht; nors; nurks; open; openhartig; openlijk; oprecht; recht; rechtdoorzee; rechtgeaard; rechtschapen; rechtvaardig; rondborstig; ronduit; trouwhartig

Wiktionary Translations for aanspraak:


Cross Translation:
FromToVia
aanspraak réclamation claim — demand of ownership
aanspraak revendication; droit entitlement — something that one is entitled to
aanspraak droit AnspruchRecht, etwas zu tun, zu erhalten, usw.
aanspraak droit AnrechtBerechtigung, eine Sache zu erwerben oder in Anspruch zu nehmen

External Machine Translations:

Related Translations for aanspraak