Summary
Dutch to French:   more detail...
  1. aankomst:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aankomst from Dutch to French

aankomst:

aankomst [de ~ (v)] nomen

  1. de aankomst (komst)
    l'arrivée; la venue; l'entrée
  2. de aankomst (binnenkomst)
    l'arrivé; l'entrée

Translation Matrix for aankomst:

NounRelated TranslationsOther Translations
arrivé aankomst; binnenkomst
arrivée aankomst; komst aankomen; arriveren; binnenkomst; einde; eindpunt; eindstreep; entree; finish; finishlijn; inkomst; intocht; intrede; komen; komen aanrijden; komst; meet; overkomst
entrée aankomst; binnenkomst; komst binnengaan; binnenkomst; deur; dorpel; drempel; entree; entreehal; hal; import; ingang; inkomst; inlaat; inrit; instappen; intocht; intrede; invaart; invoer; narthex; ontvangstruimte; oprijlaan; oprit; portiek; receptiekamer; ridderzaal; salon; toegang; tussenkamer; vermelding; voorgerecht; voorhal
venue aankomst; komst binnenkomst; entree; intocht; intrede; komst; overkomst
ModifierRelated TranslationsOther Translations
arrivé aangekomen; aangekomene; overkomen; overvallen

Wiktionary Translations for aankomst:

aankomst
noun
  1. de bestemming bereiken, het aankomen
aankomst
Cross Translation:
FromToVia
aankomst arrivée arrival — act of arriving or something that has arrived