Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. waaghals:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for waaghals from Dutch to Spanish

waaghals:

waaghals [de ~ (m)] nomen

  1. de waaghals
    el atrevido

Translation Matrix for waaghals:

NounRelated TranslationsOther Translations
atrevido waaghals branie; brutaal joch; dikdoenerij; gebluf; gebral; gepoch; grootspraak; opschepperij; snoeverij
ModifierRelated TranslationsOther Translations
atrevido brutaal; dapper; doldriest; gedurfd; gewaagd; halsbrekend; heldhaftig; heroïsch; kloek; lichtzinnig; loszinnig; moedig; niet beschroomd; onberaden; onbeschroomd; onbesuisd; ondoordacht; onnadenkend; onversaagd; onverschrokken; overmoedig; pikant; roekeloos; stout; stoutmoedig; vermetel; vlegelachtig; vrijmoedig; vrijpostig; waaghalzig; zonder vrees

Related Words for "waaghals":

  • waaghalzen

Related Definitions for "waaghals":

  1. wie veel waagt en roekeloos is1
    • de waaghals ging op het dunne ijs lopen1

Wiktionary Translations for waaghals:

waaghals
noun
  1. iemand die veel durft

Cross Translation:
FromToVia
waaghals arriesgado daredevil — person who engages in risky behavior

External Machine Translations: