Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. haan:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for haan from Dutch to Spanish

haan:

haan [de ~ (m)] nomen

  1. de haan (trekker van vuurwapen)
    el gatillo
  2. de haan (mannelijk hoen)
    el gallito; el gallo

Translation Matrix for haan:

NounRelated TranslationsOther Translations
gallito haan; mannelijk hoen haantje; haantje de voorste; haantje-de-voorste; haantjes de voorste; jong mannelijk hoen; kleine haan
gallo haan; mannelijk hoen haantje; haantjes de voorste; kleine haan; macho; windhaan
gatillo haan; trekker van vuurwapen haantje; macho; slagpin

Related Words for "haan":


Wiktionary Translations for haan:

haan
noun
  1. mannelijk dier bij de hoenderachtige vogels

Cross Translation:
FromToVia
haan gallo cock — male chicken or other gallinaceous bird
haan llave lock — firing mechanism of a gun
haan gallo rooster — male domestic fowl
haan gallo Hahn — das männliche Tier verschiedener Vogelarten
haan gallo coq — Gallinacé mâle

Related Translations for haan