Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. griet:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for griet from Dutch to Spanish

griet:

griet [de ~ (m)] nomen

  1. de griet
    la chica; la tipa; la tía; la chavala

Translation Matrix for griet:

NounRelated TranslationsOther Translations
chavala griet wicht
chica griet beminde; dreumes; duifje; hummel; jonge dame; juffrouw; kind; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter; liefje; liefste; lieve; mejuffrouw; peuter; poepje; schat; schatje; schattebout; scheetje; snoes; uk; wicht; wichtje; worm; wurm
tipa griet
tía griet leerkracht; leraar; leraar op basisschool; meester; onderwijzer; pedant; schoolmeester; tante; vrouw; wicht; wijf

Related Words for "griet":


Wiktionary Translations for griet:


Cross Translation:
FromToVia
griet muchacha; chica bird — woman
griet muchacha; chica chick — young woman
griet cabra; chica; muchacha; niña; chamaca; lola; chiquilla; nena girl — young female
griet rombo; rampante GlattbuttZoologie: ein Plattfisch
griet rombo barbue — zoologie|nocat=1 Espèce de grand poisson osseux marin, un poisson plat au corps ovale, voisin du turbot. réf|1&2
griet chica; muchacha nana — Femme