Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. lamp:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for lamp from Dutch to Spanish

lamp:

lamp [de ~] nomen

  1. de lamp (verlichtingstoestel; lantaarn)
    la lámpara; la luz; la linterna; el farol; el punto luminoso; el faro; la farola
  2. de lamp
    la lámpara

Translation Matrix for lamp:

NounRelated TranslationsOther Translations
faro lamp; lantaarn; verlichtingstoestel koplamp; koplicht; lantaarn; lantaren; lichtje; verlichtingstoestel; vuurtoren
farol lamp; lantaarn; verlichtingstoestel lantaarn; lantaarnpaal; lantaren; lichtmast; straatlantaarn; verlichtingstoestel
farola lamp; lantaarn; verlichtingstoestel lantaarn; lantaren; lichtmast; verlichtingstoestel
linterna lamp; lantaarn; verlichtingstoestel looplamp; zaklamp; zaklantaarn
luz lamp; lantaarn; verlichtingstoestel flakkering; flikkering; geflikker; helderheid; klaarheid; levenslicht; lichtje; lichtsterkte; schijn; schittering; vuurtje
lámpara lamp; lantaarn; verlichtingstoestel helderheid; klaarheid; lichtje; lichtsterkte
punto luminoso lamp; lantaarn; verlichtingstoestel lichtje; lichtplek; lichtpunt; lichtstip

Related Words for "lamp":

  • lampen

Related Definitions for "lamp":

  1. ding dat licht geeft als je hem aan doet1
    • we hebben een nieuwe lamp boven de tafel1

Wiktionary Translations for lamp:

lamp
noun
  1. een object dat gemaakt is om licht te geven

Cross Translation:
FromToVia
lamp lámpara LampeLichtmittel, bei dem Licht durch Energieumwandlung erzeugt wird

Related Translations for lamp