Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. dirigeren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dirigeren from Dutch to Spanish

dirigeren:

dirigeren [znw.] nomen

  1. dirigeren
    la dirección

dirigeren verb (dirigeer, dirigeert, dirigeerde, dirigeerden, gedirigeerd)

  1. dirigeren (orkest dirigeren)

Conjugations for dirigeren:

o.t.t.
  1. dirigeer
  2. dirigeert
  3. dirigeert
  4. dirigeren
  5. dirigeren
  6. dirigeren
o.v.t.
  1. dirigeerde
  2. dirigeerde
  3. dirigeerde
  4. dirigeerden
  5. dirigeerden
  6. dirigeerden
v.t.t.
  1. heb gedirigeerd
  2. hebt gedirigeerd
  3. heeft gedirigeerd
  4. hebben gedirigeerd
  5. hebben gedirigeerd
  6. hebben gedirigeerd
v.v.t.
  1. had gedirigeerd
  2. had gedirigeerd
  3. had gedirigeerd
  4. hadden gedirigeerd
  5. hadden gedirigeerd
  6. hadden gedirigeerd
o.t.t.t.
  1. zal dirigeren
  2. zult dirigeren
  3. zal dirigeren
  4. zullen dirigeren
  5. zullen dirigeren
  6. zullen dirigeren
o.v.t.t.
  1. zou dirigeren
  2. zou dirigeren
  3. zou dirigeren
  4. zouden dirigeren
  5. zouden dirigeren
  6. zouden dirigeren
en verder
  1. ben gedirigeerd
  2. bent gedirigeerd
  3. is gedirigeerd
  4. zijn gedirigeerd
  5. zijn gedirigeerd
  6. zijn gedirigeerd
diversen
  1. dirigeer!
  2. dirigeert!
  3. gedirigeerd
  4. dirigerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dirigeren:

NounRelated TranslationsOther Translations
dirección dirigeren aanvoeren; aanvoering; adres; adressering; bedrijfsleiding; beheer; beleid; bestuur; directeurschap; directie; directoraat; e-mailadres; internet-e-mailadres; koers; leiding; management; politiek; regie; richting; route; voorgaan
dirigir besturen; leidinggeven
VerbRelated TranslationsOther Translations
dirigir dirigeren; orkest dirigeren aan het stuur zitten; aanvoeren; adres aanbrengen; adresseren; afspreken; arrangeren; bedisselen; besturen; bevel voeren over; commanderen; leiden; leiding geven; leidinggeven; managen; regelen; regisseren; sturen; verwijzen; voorzitten; zenden; zich voegen
dirigir una orquesta dirigeren; orkest dirigeren

Wiktionary Translations for dirigeren:

dirigeren
verb
  1. (overgankelijk) muziek|nld leiding geven aan een groep mensen die musiceren

Cross Translation:
FromToVia
dirigeren dirigir conduct — music: to direct

External Machine Translations:

Related Translations for dirigeren