Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- worden:
-
Wiktionary:
- worden → ser, convenir, convertirse, devenir, volverse
- worden → se, ser, llegar a ser, convertir, hacer, volver, resfriarse, concretizar, convertirse en, volverse, ponerse, devenir, nacer
-
User Contributed Translations for worden:
- devenir, convertirse
Dutch
Detailed Translations for worden from Dutch to Spanish
worden:
-
worden
hacerse; pasar a ser; ponerse; volverse; convertirse en; meterse; tornarse-
hacerse verb
-
pasar a ser verb
-
ponerse verb
-
volverse verb
-
convertirse en verb
-
meterse verb
-
tornarse verb
-
Conjugations for worden:
o.t.t.
- word
- wordt
- wordt
- worden
- worden
- worden
o.v.t.
- werd
- werd
- werd
- werden
- werden
- werden
v.t.t.
- ben geworden
- bent geworden
- is geworden
- zijn geworden
- zijn geworden
- zijn geworden
v.v.t.
- was geworden
- was geworden
- was geworden
- waren geworden
- waren geworden
- waren geworden
o.t.t.t.
- zal worden
- zult worden
- zal worden
- zullen worden
- zullen worden
- zullen worden
o.v.t.t.
- zou worden
- zou worden
- zou worden
- zouden worden
- zouden worden
- zouden worden
diversen
- word!
- wordt!
- geworden
- wordend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for worden:
Verb | Related Translations | Other Translations |
convertirse en | worden | afwisselen; evolueren; graven; herzien; in het leven roepen; maken; ontstaan; ontwikkelen; opdelven; opgraven; oprijzen; rijzen; scheppen; veranderen; verwisselen; voortkomen; wijzigen |
hacerse | worden | ontstaan; oprijzen; rijzen; voortkomen |
meterse | worden | betreden; binnengaan; binnenkomen; binnenlopen; binnenstappen; binnentreden; ingaan |
pasar a ser | worden | |
ponerse | worden | aandoen; aankleden; aantrekken; doorleven; doorstaan; om het lijf slaan; omdoen; omslaan; ontspinnen; ontstaan; oprijzen; rijzen; verdragen; verduren; verteren; voorbinden; voordoen; voortkomen |
tornarse | worden | draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen; zich omdraaien |
volverse | worden | afwenden; afwentelen; iets omdraaien; omkeren; ontstaan; oprijzen; rijzen; voortkomen |
Related Definitions for "worden":
Wiktionary Translations for worden:
worden
Cross Translation:
verb
-
(hulpwerkwoord) vormt de lijdende vorm
- worden → ser; convenir; convertirse; devenir; volverse
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• worden | → se; ser | ↔ be — used to form the passive voice |
• worden | → llegar a ser; convertir; hacer; volver | ↔ become — to begin to be |
• worden | → resfriarse | ↔ catch a cold — to suffer from cold |
• worden | → concretizar | ↔ concrete — solidify |
• worden | → convertirse en; volverse | ↔ get — become |
• worden | → ponerse; devenir; llegar a ser | ↔ werden — zu etwas gemacht werden |
• worden | → ponerse; devenir; llegar a ser | ↔ werden — geschehen |
• worden | → volverse; llegar a ser | ↔ devenir — commencer à être ce qu’on n’était pas ; passer d’une situation, d’un état à un autre. |
• worden | → nacer | ↔ naitre — commencer à vivre |
• worden | → nacer | ↔ naître — commencer à vivre ; venir au monde. |