Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. wegdrijven:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for wegdrijven from Dutch to English

wegdrijven:

wegdrijven verb (drijf weg, drijft weg, dreef weg, dreven weg, weggedreven)

  1. wegdrijven (verdrijven; verjagen; wegjagen)
    to disperse; to expel; to dispel; to oust
    • disperse verb (disperses, dispersed, dispersing)
    • expel verb (expels, expelled, expelling)
    • dispel verb (dispels, dispelled, dispelling)
    • oust verb (ousts, ousted, ousting)

Conjugations for wegdrijven:

o.t.t.
  1. drijf weg
  2. drijft weg
  3. drijft weg
  4. drijven weg
  5. drijven weg
  6. drijven weg
o.v.t.
  1. dreef weg
  2. dreef weg
  3. dreef weg
  4. dreven weg
  5. dreven weg
  6. dreven weg
v.t.t.
  1. heb weggedreven
  2. hebt weggedreven
  3. heeft weggedreven
  4. hebben weggedreven
  5. hebben weggedreven
  6. hebben weggedreven
v.v.t.
  1. had weggedreven
  2. had weggedreven
  3. had weggedreven
  4. hadden weggedreven
  5. hadden weggedreven
  6. hadden weggedreven
o.t.t.t.
  1. zal wegdrijven
  2. zult wegdrijven
  3. zal wegdrijven
  4. zullen wegdrijven
  5. zullen wegdrijven
  6. zullen wegdrijven
o.v.t.t.
  1. zou wegdrijven
  2. zou wegdrijven
  3. zou wegdrijven
  4. zouden wegdrijven
  5. zouden wegdrijven
  6. zouden wegdrijven
diversen
  1. drijf weg!
  2. drijft weg!
  3. weggedreven
  4. wegdrijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

wegdrijven [znw.] nomen

  1. wegdrijven (wegdobberen)
    the drifting away; the floating away

Translation Matrix for wegdrijven:

NounRelated TranslationsOther Translations
drifting away wegdobberen; wegdrijven
floating away wegdobberen; wegdrijven
VerbRelated TranslationsOther Translations
dispel verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen bannen; bezweren; uitbannen; uitstoten; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
disperse verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen rondstrooien; uit elkaar stuiven; uit elkaar vliegen; uiteendrijven; uiteenstuiven; uiteenvliegen; uitwaaieren; uitzaaien; uitzenden; uitzwermen; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien; waaieren; zich verspreiden
expel verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen afscheiden; afvoeren; bannen; bezweren; diskwalificeren; lozen; royeren; uitbannen; uitdrijven; uitscheiden; uitsluiten; uitstoten; uitwerpen; uitwijzen; uitzetten; verbannen; verdrijven; verjagen; wegjagen
oust verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen ontzetten; uit de macht ontzetten
ModifierRelated TranslationsOther Translations
drifting away wegdrijvend
floating away wegdrijvend

Wiktionary Translations for wegdrijven:


Cross Translation:
FromToVia
wegdrijven reflect; cite; retrench; shelve renvoyerenvoyer de nouveau.