Summary


Dutch

Detailed Translations for voldoening geven from Dutch to English

voldoening geven:

voldoening geven verb (geef voldoening, geeft voldoening, gaf voldoening, gaven voldoening, voldoening gegeven)

  1. voldoening geven (bevredigen; begeerte stillen)
    to satisfy; to allay; to soothe; to please; to saturate; to hush; to tranquillize; to satiate; to quiet; to silence; to tranquilize; to tranquillise
    • satisfy verb (satisfies, satisfied, satisfying)
    • allay verb (allaies, allayed, allaying)
    • soothe verb (soothes, soothed, soothing)
    • please verb (pleases, pleased, pleasing)
    • saturate verb (saturates, saturated, saturating)
    • hush verb (hushes, hushed, hushing)
    • tranquillize verb, amerikan (tranquillizes, tranquillized, tranquillizing)
    • satiate verb (satiates, satiated, satiating)
    • quiet verb (quiets, quieted, quieting)
    • silence verb (silences, silenced, silencing)
    • tranquilize verb, amerikan
    • tranquillise verb, engelsk

Conjugations for voldoening geven:

o.t.t.
  1. geef voldoening
  2. geeft voldoening
  3. geeft voldoening
  4. geven voldoening
  5. geven voldoening
  6. geven voldoening
o.v.t.
  1. gaf voldoening
  2. gaf voldoening
  3. gaf voldoening
  4. gaven voldoening
  5. gaven voldoening
  6. gaven voldoening
v.t.t.
  1. heb voldoening gegeven
  2. hebt voldoening gegeven
  3. heeft voldoening gegeven
  4. hebben voldoening gegeven
  5. hebben voldoening gegeven
  6. hebben voldoening gegeven
v.v.t.
  1. had voldoening gegeven
  2. had voldoening gegeven
  3. had voldoening gegeven
  4. hadden voldoening gegeven
  5. hadden voldoening gegeven
  6. hadden voldoening gegeven
o.t.t.t.
  1. zal voldoening geven
  2. zult voldoening geven
  3. zal voldoening geven
  4. zullen voldoening geven
  5. zullen voldoening geven
  6. zullen voldoening geven
o.v.t.t.
  1. zou voldoening geven
  2. zou voldoening geven
  3. zou voldoening geven
  4. zouden voldoening geven
  5. zouden voldoening geven
  6. zouden voldoening geven
diversen
  1. geef voldoening!
  2. geeft voldoening!
  3. voldoening gegeven
  4. voldoening gevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for voldoening geven:

NounRelated TranslationsOther Translations
quiet kalmte; rust; stilheid; stilte; vredigheid
silence kalmte; rust; stilheid; stilte; stilzwijgen; stilzwijgendheid; vredigheid; zwijgen; zwijgzaamheid
VerbRelated TranslationsOther Translations
allay begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven geruststellen; luwen; tot bedaren komen; uitwoeden; verflauwen; wegsterven
hush begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
please begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven aangenaam aandoen; aangenaam maken; aanstaan; behagen; believen; bevallen; blij maken; gelieven; goeddunken; plezieren; tevreden stellen; tevredenstellen; vergenoegen
quiet begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
satiate begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven honger stillen; verzadigen; zich de buik vol eten
satisfy begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven honger stillen; tevreden stellen; vergenoegen; verzadigen; zich de buik vol eten
saturate begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven honger stillen; verzadigd maken; verzadigen
silence begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven het zwijgen opleggen; laten zwijgen
soothe begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven bedaren; geruststellen; kalmeren; lenigen; luwen; sussen; tot bedaren komen; tot kalmte manen; uitwoeden; verflauwen; verlichten; vervriendelijken; verzachten; wegsterven
tranquilize begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
tranquillise begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
tranquillize begeerte stillen; bevredigen; voldoening geven
AdverbRelated TranslationsOther Translations
please ach; alsjeblieft; alstublieft; s.v.p.; toe
ModifierRelated TranslationsOther Translations
quiet bedaard; gelijkmoedig; gerust; kalm; kalmpjes; onbewogen; rustig; rustige; sereen; stil; vredig; vreedzaam

Related Translations for voldoening geven