Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. visaas:


Dutch

Detailed Translations for visaas from Dutch to English

visaas:

visaas [znw.] nomen

  1. visaas (visvoer)
    the fish-bait; the bait

Translation Matrix for visaas:

NounRelated TranslationsOther Translations
bait visaas; visvoer aas; lokaas; lokmiddel; lokvogel
fish-bait visaas; visvoer
VerbRelated TranslationsOther Translations
bait aanleiding geven tot; aanstoken; aanwakkeren; aanzetten; azen; iemand opstoken; opfokken; ophitsen; opjutten; opruien; opstoken; opzetten; poken; prooizoeken; provoceren; uitdagen; uitlokken