Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. verkoudheden:
  2. verkoudheid:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for verkoudheden from Dutch to English

verkoudheden:

verkoudheden [de ~] nomen, plural

  1. de verkoudheden
    the colds

Translation Matrix for verkoudheden:

NounRelated TranslationsOther Translations
colds verkoudheden

Related Words for "verkoudheden":


verkoudheden form of verkoudheid:

verkoudheid [de ~ (v)] nomen

  1. de verkoudheid
    the cold; the chill

Translation Matrix for verkoudheid:

NounRelated TranslationsOther Translations
chill verkoudheid afkoeling; koutje; verkoeling
cold verkoudheid afstandelijkheid; frisheid; gereserveerdheid; kilte; koelheid; koelte; kou; koude; koudheid; verkouden
VerbRelated TranslationsOther Translations
chill afkoelen; koel worden; koelen; verkillen; verkleumen; verkoelen
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
cold afstandelijk; cold; guur; kil; koel; koud; koud en vochtig; laag van temperatuur

Related Words for "verkoudheid":


Wiktionary Translations for verkoudheid:

verkoudheid
noun
  1. een virusinfectie aan keel of neus
    • verkoudheidcold

Cross Translation:
FromToVia
verkoudheid nausea; cold Dalleswestmitteldeutsch, umgangssprachlich: vorübergehendes, leichtes Unwohlsein; Erkältung
verkoudheid cold Erkältung — Erkrankung, Infektion der Atemwege (z.B. Husten, Schnupfen, Heiserkeit, Katarrh)
verkoudheid catarrh; cold; common cold; chill rhume — Écoulement causé par l’irritation ou l’inflammation de...