Summary


Dutch

Detailed Translations for verdwenen from Dutch to English

verdwenen:

verdwenen adj

  1. verdwenen (foetsie; weg)

Translation Matrix for verdwenen:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
gone foetsie; verdwenen; weg afgestorven; dood; doodgegaan; gestorven; heengegaan; kwijt; overleden; weg
missing foetsie; verdwenen; weg kwijt; verdwaald; verloren; vermist; weg; zoek
vanished foetsie; verdwenen; weg
ModifierRelated TranslationsOther Translations
disappeared foetsie; verdwenen; weg

verdwenen form of verdwijnen:

verdwijnen verb (verdwijn, verdwijnt, verdween, verdwenen, verdwenen)

  1. verdwijnen
    to disappear; to vanish
    • disappear verb (disappears, disappeared, disappearing)
    • vanish verb (vanishes, vanished, vanishing)
  2. verdwijnen (afreizen; verlaten; wegtrekken; heengaan; wegreizen)
    to leave; to grease; to depart; leave for; to take off; to smear; to sail; to set out; to rub in; to travel; to start
    • leave verb (leaves, left, leaving)
    • grease verb (greases, greased, greasing)
    • depart verb (departs, departed, departing)
    • leave for verb
    • take off verb (takes off, took off, taking off)
    • smear verb (smears, smeared, smearing)
    • sail verb (sails, sailed, sailing)
    • set out verb (sets out, set out, setting out)
    • rub in verb (rubs in, rubbed in, rubbing in)
    • travel verb (travels, travelled, travelling)
    • start verb (starts, started, starting)

Conjugations for verdwijnen:

o.t.t.
  1. verdwijn
  2. verdwijnt
  3. verdwijnt
  4. verdwijnen
  5. verdwijnen
  6. verdwijnen
o.v.t.
  1. verdween
  2. verdween
  3. verdween
  4. verdwenen
  5. verdwenen
  6. verdwenen
v.t.t.
  1. ben verdwenen
  2. bent verdwenen
  3. is verdwenen
  4. zijn verdwenen
  5. zijn verdwenen
  6. zijn verdwenen
v.v.t.
  1. was verdwenen
  2. was verdwenen
  3. was verdwenen
  4. waren verdwenen
  5. waren verdwenen
  6. waren verdwenen
o.t.t.t.
  1. zal verdwijnen
  2. zult verdwijnen
  3. zal verdwijnen
  4. zullen verdwijnen
  5. zullen verdwijnen
  6. zullen verdwijnen
o.v.t.t.
  1. zou verdwijnen
  2. zou verdwijnen
  3. zou verdwijnen
  4. zouden verdwijnen
  5. zouden verdwijnen
  6. zouden verdwijnen
diversen
  1. verdwijn!
  2. verdwijnt!
  3. verdwenen
  4. verdwijnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

verdwijnen [znw.] nomen

  1. verdwijnen (verdwijning)
    the disappearance; the vanishing; the disappearing

Translation Matrix for verdwijnen:

NounRelated TranslationsOther Translations
depart heengaan; vertrekken
disappear afvliegen; wegvliegen
disappearance verdwijnen; verdwijning
disappearing verdwijnen; verdwijning
grease olie; reuzel; smeer; vet
leave heengaan; snipperdag; vakantie; verlof; verlofjaar; verloftijd; vertrekken
smear uitstrijkje
start aanvang; aanzet; begin; initiatief; inzet; opening; start
travel reis
vanishing verdwijnen; verdwijning
VerbRelated TranslationsOther Translations
depart afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken afreizen; afsteken; afvaren; gaan; heengaan; opbreken; opstappen; smeren; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken; wegvaren
disappear verdwijnen
grease afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken doorsmeren; inoliën; invetten; oliën; smeren
leave afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken afgeven; afleveren; afreizen; afsteken; afvaren; bestellen; bezorgen; brengen; gaan; heengaan; in de steek laten; opbreken; opstappen; overhandigen; overlaten; smeren; thuisbezorgen; uitgaan; verlaten; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken; wegvaren; zich verwijderen
leave for afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken
rub in afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken fouten benadrukken; inoliën; insmeren; invetten; oliën; smeren; uitwrijven
sail afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken aanhouden op; aansturen op; afstevenen op; afstomen op; afvaren; afvaren op; bevaren; bezeilen; navigeren; uitvaren; van wal gaan; varen; zeilen
set out afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken afzetten; alvast neerzetten; klaarzetten; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; uitdoen; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
smear afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; inoliën; invetten; oliën; smeren
start afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken aanbinden; aanbreken; aandoen; aangaan; aanknopen; aanmaken; aanvangen; aanzetten; beginnen; een begin nemen; inleiden; inluiden; inschakelen; intreden; inzetten; lanceren; omhoogkomen; ondernemen; op de markt brengen; op gang komen; openen; opstarten; opstijgen; opvliegen; starten; uitgeven; van start gaan; van wal gaan; van wal steken
take off afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken aanbreken; aanvangen; afdoen; afhandelen; afreizen; afsteken; afvaren; beginnen; beslechten; de hoogte ingaan; een begin nemen; in de lucht omhoogstijgen; intreden; inzetten; kopiëren; nabootsen; namaken; omhoogkomen; ontkleden; op gang komen; opstappen; opstijgen; opvliegen; smeren; starten; stijgen; twist uit de weg ruimen; uitdoen; uitkleden; uittrekken; van start gaan; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken; wegvaren
travel afreizen; heengaan; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken afleggen; meters maken; reizen; rondreizen; trekken; zwerven
vanish verdwijnen
- overgaan
ModifierRelated TranslationsOther Translations
disappearing verdwijnend

Synonyms for "verdwijnen":


Antonyms for "verdwijnen":


Related Definitions for "verdwijnen":

  1. voorbij gaan1
    • de pijn is verdwenen1
  2. onzichtbaar worden door weg te gaan1
    • toen ik thuiskwam was hij verdwenen1

Wiktionary Translations for verdwijnen:

verdwijnen
verb
  1. wegraken
  2. afnemen
  3. uit het zicht gaan
verdwijnen
verb
  1. to disappear (jump)
  2. to vanish
  3. (intransitive) to decrease, shrink, vanish
  4. become invisible or to move out of view unnoticed

Cross Translation:
FromToVia
verdwijnen disappear; vanish verschwinden — aufhören zu existieren, sich in Nichts auflösen
verdwijnen disappear; vanish verschwinden — den wahrnehmbaren Bereich verlassen
verdwijnen be lost verschwinden — verloren gehen
verdwijnen disappear disparaitrecesser de paraitre, ne plus être visible. Le participe passé est disparu, l’auxiliaire avoir et (rare/littéraire) être (pour indiquer l’état).
verdwijnen disappear disparaîtredissimuler, cacher.

External Machine Translations: